Ik sta voor
de deur van de oude grafische school op het Terschellingpad 2 in Schalkwijk,
Haarlem. Er hangt een aantal posters, en de meeste namen die erop staan herken
ik. De taalschool INTK. MooiZooi. En natuurlijk MikaKunst.
Aan het einde
van de gang op de eerste verdieping bevindt zich haar atelier. Terwijl ik aan
kom wandelen verlaten er twee meiden van een jaar of twaalf de met kunst
gevulde ruimte. Mika zit aan een grote, vierkante, rijkelijk met materialen
gedekte tafel.
Monter schudt
Mika me de hand. Haar bril rust op haar donkerblonde haren, haar nagels zijn
rood gelakt en haar joggingbroek lijkt op een schilderspalet. Ze biedt me
meteen wat te drinken aan. Ik zeg haar dat ik dat maar al te graag accepteer,
na anderhalf uur in de zon gefietst te hebben. Ze lacht en reikt me een glas
water aan. Ze blikt uit het raam en geeft een knikje.
Daar staat
mijn fiets.
Ik bekijk de
blauwe Suzuki-motor.
Stoer, hoor.
Nee, joh. Het
is gewoon een motortje.
We gaan
zitten. Een gigantische, vierkante tafel staat in het midden van de ruimte, vol
met schilderspullen, boekjes, pennen en potloden. Mika maakt een foto van m’n
bandrecorder die ik tevoorschijn heb gehaald.
Jij stelt
vragen, en ik lul maar wat raak?
Haha, in
principe wel, ja. Maar, om te beginnen: vertel eens, wie ben je, wat doe je?
Nou, ik ben
Mika. Wil je m’n achternaam ook weten? Stam- van Vonderen. Stam is de naam van
m’n man, en Van Vonderen is m’n meisjesnaam. Ik woon in Hoofddorp en heb hier
dus, in TP2, m’n atelier. Hé, dat klinkt ook wel leuk: TP2, atelier.
Enfin, ik
schilder hier en geef les. Eigenlijk werk ik op drie sporen. Ik heb m’n vrije
werk, ik schilder in opdracht, en ik geef les. Drie hoofdlijnen, dus, en
daarbinnen heb ik weer zijtakjes. Zo geef ik hier in het atelier les aan kinderen,
maar hou ik bijvoorbeeld ook workshops op locatie.
Daar komen we
vast nog wel over te spreken! Kan je misschien eerst iets vertellen over het
nest waar je uit komt?
Natuurlijk.
Ik ben opgegroeid op een boerderij. Vroeger hadden we vooral koeien en werd er
een beetje aan landbouw gedaan. Daarna kregen we er steeds meer land bij. Onder
andere in verband met het vroege opstaan, in verband met melktijden s’ochtends
vroeg, is m’n vader overgegaan op varkenshouderij. Ik ben dus grootgebracht met
melk en varkensvlees. En daarnaast is m’n hele gezin heel creatief, zowel m’n
ouders als m’n broers en zusje. Ieder op hun eigen manier, en ik heb als enige
echt een kunstzinnige opleiding gevolgd.
Hoe is dat
gelopen?
Dat is een
lang verhaal. Ik ben eigenlijk begonnen bij de opleiding Mode en Kleding. Daar
kon je kiezen tussen Presentatie, Realisatie en Commercie. Ik ging de richting
van Realisatie in, dus patroontekenen, patronen ontwerpen, en de daadwerkelijke
kleding maken. En natuurlijk nog wat andere vakken, zoals modeltekenen. Met
haar hulp ben ik toen een portfolio gaan maken om op de Kunstacademie in Breda
te komen.
Maar ook dat
was het op dat moment niet. Ik heb toen verder gezocht, en kwam uiteindelijk
uit bij de Reclameopleiding. Etaleren, decoreren, en ook veel audiovisuele
aspecten, fotografie, en dergelijke. Wat ook meewoog was het feit dat je
daarmee ook een grotere kans op een baan had, dan wanneer je als kunstenaar
geschoold bent. Binnen de studie richtte ik me vooral op de decorwereld. Decors
schilderen, stands bouwen, dat soort dingen.
Dat
creatieve, dat kunstzinnige, dat bleef me toch erg trekken. Weer overwoog ik de
Kunstacademie. Maar de Academie in die tijd richtte zich met name op videoart,
conceptuele kunst en dergelijke, terwijl ik juist de kant van het realistisch
schilderen op wilde.
Enfin, toen
kwam ik op het spoor van het onderwijs. Daar kon ik het werken met kinderen
combineren met creativiteit. Dus ik ben toen de docentenopleiding gaan doen. In
deeltijd, want ik had overdag twee kinderen om voor te zorgen.
En toen ben
je dus het onderwijs in gegaan?
Ja. En dat
heb ik tien jaar gedaan. De laatste zeven jaar gaf ik Kunst en Cultuur op een
VMBO, waar ongeveer alle disciplines bij elkaar zaten. Dat was natuurlijk
ontzettend leuk, omdat ik breed geïnteresseerd ben, en door die verschillende
studies ook behoorlijk breed opgeleid. Fotografie, textiel, modeltekenen. Van
alles eigenlijk.
Mika staat op
en haalt een paar boekjes tevoorschijn die ze op de tafel neerlegt.
Maar
uiteindelijk ben ik toch uit het onderwijs gestapt en heb ik letterlijk eieren
voor m’n geld gekozen. Ik ging me meer focussen op het schilderen.
Een van de
mooi vormgegeven boekjes draagt de titel ‘Eierenserie’. Mika schuift echter een
ander boekje, genaamd ‘Snuitenserie’, onder mijn neus.
In de
Snuitenserie ben ik echt teruggegaan naar m’n roots. Wat maakte mij blij, als
kind zijnde? Wat prikkelde mij?
Ik had op de
boerderij een varkenssnuit gefotografeerd, en dat deed me echt wat, het greep
me aan. De textuur, de structuur, die spanning die je als kind had – gaat-ie
bijten? – en de intense focus die daarmee gepaard ging.
Al deze
schilderijen zijn in olieverf gedaan. Grof opgezet en niet te realistisch.
Expressionistisch realistisch, zeg maar. Die stijl is eigenlijk een beetje
geïnspireerd op de Katholieke kerk. Als kind was ik daar elke zondag te vinden,
tot m’n grote ergernis. Maar ik moest nu eenmaal mee. Ik zag het eigenlijk een
beetje als m’n eigen museum, met de prachtige, kleurrijke schilderijen die aan
de wanden hingen en die ik pauzeloos kon observeren, terwijl de priester z’n zegje
deed.
Ik pak het
boekje met de eieren op.
Dit boekje
heeft weer een heel andere stijl, nietwaar?
Ja, in de
Eierenserie ben ik op zoek gegaan naar het andere uiterste: hoe realistisch,
hoe hyperrealistisch kan en vooral wil ik schilderen?
Gniffelend blader
ik door het boekje heen: een groot, wit ei met een bruinig hoedje getiteld ‘Wat
een Ei(kel)’, eieren in een portemonnee genaamd ‘Eieren voor geld’, en een
gebakken ei met z’n reflectie in een spiegel, draagt de naam ‘Spiegelend ei’.
Maar wat ik
miste in allebei de series, was toch wel de kleur. Ik wilde graag met
portretten gaan werken.
Mika schuift
het derde boekje naar me toe. ‘Special People’.
In die
portretten ben ik me meer gaan richten op emotie en uitdrukkingen, en het
verhalende element. Het roept vragen op. Waarom heeft die jongen zo’n kwade
blik? En waarom huilt die andere jongen? Ik kon daarin wel heerlijk met kleuren
werken, maar toch, ik kon er niet zoveel kwijt als in de snuiten. Die serie is
toch wel m’n oogappel en kwam veel meer uit m’n onderbuik, zeg maar.
Ik neem nog
een slok water en kijk om me heen.
Hoe ben je
eigenlijk hier op het Terschellingpad terecht gekomen?
Toen ik met
schilderen begon, deed ik dat vooral thuis. Daar kon ik dan één ezel kwijt.
Niet echt ideaal om te werken, dus. Ik heb in Hoofddorp een atelier genomen,
waardoor ik opeens veel meer kon produceren en veel meer bewegingsvrijheid had.
Maar dat was tijdelijk. Na een paar verhuizingen van atelier ben ik
uiteindelijk hier terecht gekomen. Wat erg fijn is, omdat ik hier voor langere
tijd kan zitten. Daardoor kon ik echt iets opbouwen, zeker wat betreft het
lesgeven. Daarvoor heb je gewoon iets meer vastigheid nodig. En sindsdien is
het aantal cursisten toegenomen. Waar ik heel erg blij mee ben.
Financieel
gezien, bedoel je?
Ja, maar niet
alleen. Ik raak soms een beetje uit balans en weet dan niet zo goed wat ik wil.
Maar het geven van die schilder- en tekenlessen aan kinderen en volwassenen,
heeft me daar heel erg mee geholpen. Bovendien ben ik twee jaar terug begonnen
met motorrijlessen. Alles viel toen samen. Ik kreeg daardoor veel meer focus en
balans, zowel letterlijk als figuurlijk.
Figuurlijke
balans door motor te rijden?
Jazeker.
Kijk, de motor is voor mij echt een metafoor. Psychologie en motorrijden gaan gewoon
heel goed samen. Als je op een motor stapt en je zit niet goed in je vel, dan
merk je dat meteen. Dan ga je verkrampen en doet de motor niet meer wat je wil.
Op een motor merk je het direct als je moe bent en je niet meer kan focussen.
Je moet simpelweg altijd scherp en alert zijn. En je bent veel meer verbonden
met de elementen om je heen. Kou, warmte, regen. Daarnaast ben je je ook nog
eens veel bewuster van waar je rijdt, waar je je bevindt. Terwijl je in een
auto de airco aan kan zetten en half weg kan dromen, en zo’n beetje op de
automatische piloot naar huis rijdt.
Oké. En dat
je de focus gevonden had, betekende dat…
..ik
eigenlijk terug wilde naar de snuiten, omdat daar mijn kracht nu eenmaal zit.
Bovendien wilde ik meer experimenteren met materialen en technieken. Daar
leende de vissenserie zich heel goed voor.
Ik kijk om me
heen en zie overal schilderijen met fragmenten van vissen hangen, haast altijd
de vissenbekken, -lippen of -snuiten prominent in beeld gebracht.
Met de vissen
kwam er ook meer beweging in m’n werk. Versnellen, verstillen, vertragen,
scherptediepte. Daar ben ik mee aan het spelen. En er komen ook steeds meer
dingen bij. Omgevingen erin verwerken, bijvoorbeeld. Ik laat het de laatste
tijd meer vloeien en uit zichzelf ontstaan. Beweging en focus, daar ben ik wel
erg mee bezig. Op die beweging wil ik verder borduren. Maar waar het heen gaat?
Het kan alle kanten nog op.
Ik merk in
ieder geval al wel dat deze nieuwe richting heel erg gewaardeerd wordt.
Afgelopen november ben ik voor het eerst geballoteerd voor de Kunstlijn, en ik
heb vernomen dat m’n nieuwe werk, de vissen dus, echt doorslaggevend is
geweest. Het is gewoon veel vernieuwender dan wat ik eerst deed.
Ik kijk om me
heen, naar de getuite lippen, waarvan ik bij binnenkomst niet direct had gezien
dat ze aan vissen toebehoorden.
Je zit ook
wat meer richting het abstracte, nietwaar?
Ja, meer dan
vroeger. Al ben ik van nature wel heel erg figuratief ingesteld. Écht abstract
werk ik niet. Maar waar ik ook wel mee speel, is dat je het niet meteen ziet.
Alleen herken je het dan wel zodra je het weet. Of door de context. Als het
bijvoorbeeld tussen andere, duidelijk herkenbare vissen hangt.
Mika staat op
en pakt een langgerekt paneel van de wand dat ze op twee naast elkaar staande
ezels positioneert. Het zijn meerdere vissen in verschillende aanzichten,
kleurrijk en in het oog springend.
Op een
gegeven moment was ik met de motor op bezoek geweest bij iemand met mooie
maanvissen, fel blauw en oranje. Om daar te komen was ik door een tunnel
gereden met heel helder, blauw licht. En ik had op dat moment ook nog eens een
profielfoto op Facebook van mezelf waarop ik door een tunnel heen keek. Dus ik
zeg tegen mezelf: tunnelvisie? Eén ‘s’ erbij, en je hebt ‘tunnelvissie’!
Haha.
Kijk, die
wordt gewoon aangestuurd, weet je wel?
Ik loop weer
naar mijn stoel toe en neem een slok water.
En het derde
spoor? Het werk in opdracht?
Mika pakt een
tablet en gaat naast me zitten.
Ja, ik doe
best veel in opdracht. Dat is meestal voor particulieren, en gaat dan via
mond-tot-mondreclame.
Ze swipet op
haar tablet en opent een website vol met inmiddels voor mij herkenbare
afbeeldingen.
Ik ben bezig
met een nieuwe website, waardoor het wat duidelijker voor mensen wordt wat ik
doe, en wat er allemaal kan. Niet iedereen houdt natuurlijk van dezelfde stijl.
Je moet altijd in gesprek gaan. Wat willen ze, wat verwachten ze…
Ik zie een
afbeelding voorbij rollen en onderbreek Mika.
Is dat een
foto?
Nee, dat is
ook een schilderij. Van een conciërge op een school van mij, die plotseling
overleden was. Het was zo’n fijne vent. Dit schilderij hangt nog steeds in de
aula. Alle kinderen die hem kenden zijn natuurlijk allang van school af, maar
dat het er nog hangt, dat vind ik wel stoer. Dat doet me goed. Hij houdt nog
steeds een oogje in het zeil.
En dit?
Hier wilde
iemand gewoon een foto letterlijk nageschilderd hebben. Nou, dan doe ik dat
gewoon.
Van de
Avengers, nietwaar? Thor en kornuiten?
Klopt, ja.
Mensen vragen weleens of ik uit zoiets wel voldoening haal. En inderdaad, de
dichterlijke vrijheid is bij zo’n opdracht veel beperkter. Maar ik focus me dan
gewoon op de kleine dingen, de gekke dingen. Bijvoorbeeld op dat zwierige,
opwaaiende haar. Dat focus ik me op hoe de verf zich mengt, hoe de kleuren eruit
springen, hoe de materialen op elkaar inwerken. Daar haal ik dan voldoening
uit.
Ik zie de
karakteristieke, grof getoetste snoeten van honden en paarden voorbij komen.
En snuiten?
Ja, die
blijven toch heel erg populair. Sommige mensen willen een dierenportret ten
voeten uit, en anderen zeggen juist dat ze alleen de snuit van hun hond of
paard willen, omdat dat gewoon zo krachtig werkt. Het dier is ook meteen
herkenbaar.
Mika legt het
tablet weg. Een zeer realistisch schilderij waarop drie jongens geportretteerd
zijn staat in de hoek van het atelier. We lopen er samen naartoe.
Daar ben ik
nu mee bezig. Een van die jongens heeft een tijd les bij me gehad. Een poosje
geleden was hij bij z’n oma en mocht hij bepalen wat ze gingen doen. Die dag
hield ik een expositie, en had hij gezegd dat hij graag met z’n oma naar mijn
tentoonstelling wilde. Leuk, hè? Vervolgens heeft z’n oma me gevraagd om een
portret van de drie broers te maken, als cadeau voor hun moeder. Ik wil het dan
echt perfect hebben, en dan snij ik mezelf in de vingers. Dan zit bijvoorbeeld
net het glimlichtje van een oog een halve millimeter te veel naar rechts,
waardoor het totaalplaatje niet klopt. Het duurt dan weer een tijd voordat je
daar je vinger op kan leggen. Haha, ik ben hier dus echt veel te lang mee
bezig.
Dat is
sowieso lastig, nietwaar? Ik bedoel, het hele commerciële aspect van kunstenaar
zijn.
Ja, al timmer
ik echt heel hard aan de weg wat dat betreft. Hoe je je presenteert is heel
belangrijk. Ik heb natuurlijk wel kennis daarvan, mede door de reclameopleiding
die ik gedaan heb, maar omdat ik gewoon zo’n stront eigenwijs klein opdondertje
ben, wilde ik het nog steeds allemaal op mijn manier doen. Het was dan voor mij
wel begrijpelijk, maar anderen begrepen vaak niet wat ik bedoelde. Daar heb ik
hard aan gewerkt. Ik zit nu al een jaar bij een netwerkclub, wat ontzettend
goed werkt. Ik moet daar wekelijks mezelf presenteren in zestig seconden. Ik
dwing mezelf daardoor me iedere week onder de loep te nemen en een
begrijpelijke presentatie neer te zetten. Erg lastig, maar het werpt z’n
vruchten af. En het is gewoon nodig. Je moet jezelf neerzetten. Kijk, ik zit
hier nu bijna drie jaar. Het Terschellingpad is niet heel makkelijk te vinden,
en ik moet er veel aan doen om mezelf beter vindbaar te krijgen. Vandaar de
nieuwe website, de netwerkclub, en het oefenen in presenteren.
Je komt nu in
ieder geval behoorlijk begrijpelijk over!
Ja, door het
heel vaak te doen. Door het vaak te vertellen. Dat helpt ook op commercieel
gebied. Kijk, bij een expositie komt er toch een bepaald publiek, mensen die
bij voorbaat al geïnteresseerd zijn in kunst. Maar een groep advocaten,
accountants en ondernemers, zoals bij die netwerkclub? Dat is heel anders. Je
krijgt dan feedback vanuit een hele andere hoek. Je gaat je dan echt afvragen
hoe je commercieel beter in de markt kan gaan staan, zonder natuurlijk je eigen
werk te verloochen.
Vroeger, toen
ik aan mensen vertelde dat ik kunstenaar was, kreeg ik vaak de vraag of ik daar
wel van kon leven. Ja, hallo? Zie ik er dood uit, of zo? Of ik kreeg de
opmerking dat ik dan wel een goed verdienende man zou hebben.
Ik gaf dan
toch vaak maar het excuus dat ik de kunst er gewoon naast deed. Totdat ik me
realiseerde dat het op die manier natuurlijk nooit goed zou komen. Want dat is
niet wat ik wil. Dit is mijn werk. Neem me serieus. Wil je een portret van me,
dan is dit de prijs. En dan heb ik nog hele schappelijke prijzen, aangezien ik
nog niet echt een naam heb. Ik zeg er ook altijd bij: joh, doe het nu, want over
een tijdje komt er een nulletje bij. Haha.
Mensen
vergeten ook vaak het traject dat eraan vooraf gaat, en alle uren die je erin
steekt. Soms laat ik zien wat ik voor m’n atelier betaal, wat de materialen
kosten, hoeveel ik moet afdragen. Nee, ja, dan vinden ze me eigenlijk wel te
goedkoop!
Dus dat is
m’n volgende stap: dat mensen me niet te duur of te goedkoop vinden, maar me
simpelweg waarderen voor wat ik doe en daar gewoon voor betalen.
Dat klinkt
als een goed plan.
Tja, plannen.
De aankomende maanden wil ik me ook focussen op locaties en exposeren. Ik wil
een vijfjarenplan bedenken, aangezien ik hier op TP2 nog zo’n vijf jaar kan
zitten. Althans, de grote lijnen wil ik bedenken. Het leven loopt toch altijd
anders, dus de details ga ik niet uitstippelen. Maar m’n grote, overkoepelende
doel is toch wel dat ik mezelf met de kunst kan bedruipen. Een paar cursisten
erbij zou wel fijn zijn. Nu is het kostendenkend, maar het zou geweldig zijn
als ik er ook iets aan zou verdienen.
En qua
locatie, ach. Ik ben heel blij dat ik hier nu, bij M&M, voor langere tijd
kan zitten. Met Hoofddorp heb ik verder geen sterke binding. Het gros van mijn
vrienden zit over de hele wereld verspreid, en ik hobbel van hot naar her met
m’n motortje. Ik ben niet zo honkvast, al heb ik nu in verband met het lesgeven
wel een atelier nodig. En ik kwam er laatst achter dat MikaKunst gewoon al bijna
vijf jaar bestaat! Het voelt alsof ik pas net begonnen ben. Maar blijkbaar doe
ik het wel. Alles wat je hier ziet, en nog meer, is allemaal van het afgelopen
jaar, tussen alle lessen door, en de opdrachten, en het gezinsleven. Maar dit
houdt me echt in balans. Hier, werken in m’n atelier.
Oh, bijna
vergeten te vertellen: in september hou ik ook een schilderweek in Frankrijk.
Een volledig verzorgde, volle week in een prachtig landhuis, waarbij zowel theorie
als praktijk aan bod komt. Naast natuurlijk lekker eten en het opsnuiven van de
cultuur van Normandië!
Mika’s
telefoon gaat over.
Jemig, het is
al half vijf. Dat zal Toos zijn, m’n volgende afspraak.
Mika neemt op
en probeert een verdwaalde Toos het gebouw te laten vinden. Ik ruim onderwijl
m’n tas in en trek m’n jas aan. Mika kijkt me breed glimlachend aan.
...maar er
komt zo een jongen jouw kant opgelopen. Hij heeft een groene jas en een groene
tas, en kan je precies vertellen waar het is.
Ik bedank
Mika voor het interview en we nemen afscheid. Buiten zie ik een ietwat
verdwaasde jonge meid rondlopen. Ze kijkt lachend naar me op.
Kom je net
bij Mika vandaan?
Ja, en dan
ben jij zeker Toos?
Inderdaad.
We schudden
elkaar de hand en ik loop een stukje met haar mee. Zodra de ingang van het
Terschellingpad 2 goed en wel in zicht is, geef ik haar de instructies om bij
Mika te geraken.
Daar, onder
de poster ‘INKT’, de deur door, dan alsmaar rechtdoor, linksaf de trap op, en
dan is het aan het einde van de gang. Er hangen bovendien overal bordjes met
‘MikaKunst’ erop. Niet te missen!